Die “Teuflische Acht”

Een meeslepende wandeling door de Eifel vol rotsformaties, nevel, avontuur en reflectie — Die Teuflische Acht is een duivels mooie route die je zintuigen wekt en je hart verovert.


De dag begint vroeg. Het is nog donker buiten wanneer ik mijn wandelschoenen in de kofferbak zet. De lucht is fris, bijna kil. In de verte hoor ik de eerste vogels ontwaken — fluitend, alsof ze nooit een ochtendhumeur kennen. Terwijl ik de deur achter me sluit, vergeet ik bijna mijn jas. Typisch. Het soort vergeetachtigheid dat bij ochtenden als deze hoort.

Om half zes rij ik richting Duitsland. De koplampen snijden door het duister, mijn gedachten dwalen af. Vandaag wacht opnieuw een wandeling in de Eifel: Die Teuflische Acht. De naam alleen al intrigeert me. Op de kaart ziet de route eruit als een acht — elegant, maar ook een beetje ondeugend. Een duivelse vorm, in een landschap dat me telkens weer betovert.De navigatie vertelt me dat het twee uur en drie kwartier rijden is. Een flink stuk. Toch voelt het alsof ik iets belangrijks tegemoet rijd. De bergen trekken aan me — die glooiende heuvels, de geur van nat bos, de belofte van avontuur. Elke bocht brengt me dichter bij het onbekende.

Wanneer ik aankom, is de wereld gehuld in grijs licht. Een waterig zonnetje probeert door het wolkendek te breken, maar de herfstkleuren weigeren zich te laten temmen. Oranje, koper, dieprood — het bos lijkt te gloeien. Ik parkeer de auto, leg mijn GPS boven op het dak zodat hij verbinding maakt met de hemel, stuur een bericht naar huis: “Ik ben begonnen.” Daarna gaat de telefoon in vliegtuigstand. De stilte omarmt me. Het avontuur kan beginnen.

Nog geen honderd meter op pad zie ik tussen de bomen iets groots bewegen. Mijn hart slaat een slag over — uit het dak van een auto kruipt een enorm beest! Pas na een paar tellen besef ik dat ik geen prehistorische reus zie, maar de mascotte van het nabijgelegen dinopark. Ik moet lachen. Het voelt alsof de route me alvast waarschuwt: hier is niets gewoon.

De eerste kilometers zijn vriendelijk. Brede paden, bedekt met natte bladeren die bij elke stap een zachte zucht laten horen. De geur van aarde en vocht vult mijn longen. Maar schijn bedriegt. Onder het bladerdek liggen verraderlijke stenen — glad, onvoorspelbaar. Ik loop behoedzaam verder, tot het pad zich plots vernauwt en omhoog kronkelt. De omgeving verandert. De lucht wordt stiller. Alleen mijn adem en het zachte tikken van mijn wandelstok doorbreken de rust.

Dan openbaart zich het hart van de Duivels Acht.
De rotsen torenen hoog boven me uit, grillig, groots, eeuwenoud. Hun oppervlak is door de tijd gegroefd als de huid van iets levends. De ochtendnevel hangt als een sluier tussen de stenen. Elk geluid — een vallend blad, het klotsen van water in de verte — weerkaatst tussen de wanden alsof het bos luistert.

Ik volg het pad dat omlaag slingert. In de verte hoor ik het geluid van stromend water, een diepe toon die met elke stap luider wordt. En dan sta ik aan de rand van de rivier de Prüm. Het water stort zich met kracht over donkere rotsen, wit schuimend in een haastig ritme. Ik zet mijn camera op een rots, stel scherp, adem diep in en druk af. De sluitertijd vertraagt de wereld. De rivier verandert in zijde, een zachte sluier van beweging. Even is alles stil.

Als ik verder loop, voel ik hoe de tocht mijn zintuigen scherpt. Elke geur, elke steen, elke ademtocht is intenser. Mijn GPS geeft een afslag aan, en zonder nadenken volg ik het smalle pad dat het scherm aanwijst. Al snel bekruipt me twijfel — te smal, te verlaten, te steil. Toch loop ik door, tot het water plots voor me opdoemt. Een stroompje, niet breed maar diep genoeg om serieus te nemen. Ik glimlach. Dit wordt improviseren. Met een sprong, wat modder aan mijn broek en natte zolen bereik ik de overkant.

De weg omhoog is zwaar. Tussen struiken en wortels klauter ik omhoog, handen graaiend naar houvast. Mijn hart klopt stevig, mijn benen branden. En dan — stilte. Ik sta weer op het pad. Een zucht van opluchting ontsnapt me, gevolgd door een lach. De Duivels Acht heeft weer een grap met me uitgehaald.

De route blijft verrassen. Brede paden maken plaats voor smalle passages die zich door de rotsen wringen. Soms moet ik letterlijk kruipen om erdoor te passen, mijn rugzak schurend tegen steen. Aan de andere kant ontvouwt zich telkens weer een nieuw tafereel: mosgroene rotsen, zonnestralen die door de bladeren breken, een woud dat ademt alsof het leeft. Ik voel me klein, maar levend als nooit tevoren.

Als ik weer omhoog klim, kruipt de mist tussen de bomen door. De wereld lijkt kleiner, stiller. Mijn GPS piept en geeft een afslag aan. Zonder nadenken volg ik het smalle pad, maar na een tijdje twijfel ik. Te smal. Te verlaten. Ik check het scherm — inderdaad, ik ben van de route af. Voor me kabbelt een smal stroompje. Met een sprong over gladde stenen en wat modderige voeten sta ik weer aan de overkant. Lachend klim ik omhoog, takken grijpend als touwen.

De Duivels Acht doet zijn naam eer aan. De brede bospaden liggen inmiddels ver achter me. Wat rest, zijn smalle, kronkelende paden die langs rotsen en afgronden slingeren. Ik kruip door een nauwe opening tussen twee rotsen — met rugzak en al pas ik er maar net door. Aan de andere kant wacht een wereld die stil en groen ademt: mos, rots, zonlicht. Alsof ik door een poort ben gegaan naar een verborgen vallei.

Aan het eind van de wandeling kom ik bij een brede spleet in de rotswand. Daar staan tientallen kleine steenmannetjes opgestapeld, zorgvuldig neergelegd door eerdere wandelaars. Geen markering, geen richting — slechts een stille getuigenis van aanwezigheid.
Ik blijf er even staan. Elk steentje lijkt een verhaal te dragen, een gedachte, een moment van rust. De zon breekt door en laat het natte mos oplichten. De geur van regen hangt nog in de lucht, fris en zuiver.

Ik adem diep in.
De duivel van de Teuflische Acht blijkt niet angstaanjagend, maar speels. Hij daagt uit, test je geduld, maar beloont je met schoonheid.
Als ik mijn camera weer inpak en de laatste meters terug naar de auto loop, voel ik het nog nagalmen — dat stille evenwicht tussen avontuur en overgave.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *